De stooktest 

U vermoedt dat uw warmtepomp onnodig veel stroom gebruikt. Wij zoeken uit waarom, wat er aan gedaan kan worden, en adviseren eventueel over wie daar verantwoordelijk voor is. Hoe werkt het? 

Per post ontvangt u onze meet-enveloppe. (hier bestellen) U plakt zelf de vier metertjes op de buizen van uw warmtepomp, zoals in de instructies staat. Deze metertjes registreren en onthouden elke twee minuten de temperatuur van uw bronleidingen en uw verwarmingsleidingen. Vervolgens laat u de warmtepomp 24 uur volle kracht het hele huis opstoken, als het te heet wordt desnoods met alle ramen open. Direct hierna zet u de koelfunctie (indien aanwezig) een paar uur aan. Daarna stookt u nog ruim een week gewoon door zoals u dat altijd deed. Dan stookt u nog een etmaal volle kracht. Daarna stuurt u de metertjes weer terug, samen met wat gegevens over uw huis, uw verwarmingssysteem,  uw douchegebruik, en de electrameterstanden. Zo verzamelt ú de gegevens, komt er niemand langs, en houden we de onderzoekskosten laag. U krijgt binnen twee weken een helder rapport, met een goede analyse waarin het duidelijk wordt of en waarom uw stookkosten zo hoog zijn, en wat daar eventueel aan te doen is. Ook kunnen we bij u langskomen. 

 

Wat kun je zien aan die temperaturen?
Warmtepompen van verschillende A-merken (ook de Chinese) hebben in identieke situaties vrijwel het zelfde rendement. Het rendement wordt vooral bepaald door welke bron en verwarming je er op aansluit. Warmtepompen zijn alleen zuinig als het temperatuurverschil tussen uw bron en uw verwarmingssysteem laag is. Idealiter blijft uw bron altijd boven de zes graden, en is uw verwarmingswater hooguit dertig. De temperatuursprong (van bron naar verwarming) is zo minder dan 25 graden. Elke onnodige graad extra temperatuursprong verhoogt uw stookkosten met bijna 4 procent.

Vaak zit het probleem aan de onderkant. De warmtepomp haalt warmte uit de grond via de bron, en die grond koelt daardoor af.  Als de bron te klein is, dus te weinig capaciteit heeft, daalt de temperatuur van uw bron te veel. Dit wreekt zich vooral als het buiten koud is en uw warmtebron veel uren maakt. Dan wordt uw te krap bemeten bron alsmaar kouder en bevriest. Het bevroren water isoleert uw bron, en uw warmtepomp moet steeds meer uren draaien, terwijl hij steeds minder warmte uit de bron haalt. Om schade aan uw pomp te voorkomen hebben de meeste warmtepompen een electrische bijverwarming die dan aanspringt. Bij een bevroren bron maakt die heel veel uren. Uw stookkosten kunnen dan in de koude maanden twee tot drie keer hoger uitvallen dan nodig. Indien de bron al bevroren is, wordt dit direct gemeten. Het bevriezingsrisico is ook goed te voorspellen door naar de meetgegevens van de stooktest te kijken, zelfs als de stooktest niet in een koude periode plaatsvond. Wat te doen als uw bron te klein is?

Het probleem kan ook aan de bovenkant zitten. Als uw verwarmingswater heter wordt dan dertig graden, gooit u ook een hoop rendement weg. Misschien staat dit onnodig te hoog ingesteld. Vaak echter, stellen installateurs de watertemperatuur te hoog af om te camoufleren dat uw verwarmingssysteem niet goed ingeregeld is, (deel van het huis warmt anders niet op) of dat uw verwarming te weinig capaciteit heeft. Oplossing: Uw verwarming beter inregelen, of de capaciteit van uw verwarming groter maken.  

Ook zou uw warmtepomp zelf stuk kunnen zijn. De meest voorkomende oorzaak is dat het koudemiddel langzaam weg lekt. Dit is duidelijk te zien aan de temperaturen: uw bron koelt dan weinig af en uw verwarming wordt nauwelijks warm, terwijl uw pomp (afhankelijk van het merk) steeds afslaat of juist eindeloos doorpompt. Ook dit is heel herkenbaar op de temperatuurgrafieken. Dan kan soms de lekkage opgespoord en dichtgemaakt worden, en de pomp opnieuw gevuld.

Tenslotte kan het zo zijn dat de hele installatie in principe wel goed is, maar dat het huis zo slecht geïsoleerd is dat uw warmtepomp het niet aan kan. In dat geval: Isoleren. Of, indien het huis net is opgeleverd: Zoek uit welke delen van de isolatie slechter zijn dan de EPC voorschrijft, en stel de aannemer hiervoor verantwoordelijk. (Ook hierbij kan Groen stoken u helpen met gedegen onderzoek.)

De stooktest geeft u dus uitsluitsel over waar het probleem zit (warmtepomp, bron, verwarming, uw huis, uw stookgedrag, uw verwachtingen, of een combinatie van deze problemen) en gelijk ook advies over hoe u dit probleem al dan niet kunt aanpakken.

De stooktest zelf is goedkoop: 100 Euro voor de stooktest-enveloppe en een analyse van de gegevens. (plus de kosten die u eventueel zelf maakt voor copieën, en om de meters weer terug te sturen.)

Indien u ook een meer officiële technische rapportage wenst waarmee u misschien de leverancier van uw warmtepomp of de aannemer aansprakelijk wilt stellen, dan kost dat 200 Euro extra. In dat geval kunt u het beste ook copiëen van de rekening, de EPC-berekening en de bouw- of installatie-opdracht (inclusief compleet bestek) meesturen.

In dit uitgebreide rapport wordt (als dat zo is) met precieze berekeningen aangetoond waar en waarom de installatie slechter presteert dan de leverancier of aannemer beloofde, en hoe die verbeterd kan worden. Ook uw financiële schade (extra gemaakte stookkosten) ten gevolge van het slecht functioneren worden berekend.

 

U heeft al een tijdje een warmtepomp en het lijkt alsof dat ding elk jaar meer stroom is gaan gebruiken...
Terwijl installateurs vaak zeggen dat een warmtepomp na een jaar vanzelf goedkoper gaat werken, is in kleine installaties het tegendeel meestal waar. De warmtepomp in losstaande woningen onttrekt vaak meer warmte aan de grond dan ze er in terugpompen. De bodem koelt zo langzaam maar zeker af, waardoor uw warmtepomp steeds duurder gaat stoken. De oplossing kan zijn om 's zomers de koelfunctie veel harder te laten werken, als dat kan. Ook kunt u een dakwarmtewisselaar op uw systeem aansluiten, waarmee u de zomerwarmte gebruikt om de grond onder uw huis fors op te warmen. Ook kunt u 'afvalwarmte' uit uw doucheputje en ventilatie nog een beetje laten meehelpen. Ook kan het zijn dat de warmtewisselaars in uw warmtepomp door verkalking minder goed zijn gaan werken, of dat de koelvloeistof weggelekt is. Ook hierover geeft de stooktest duidelijkheid. (Het wordt dan tijd voor groot onderhoud.)

 

Uit de stooktest blijkt dat u veel energie kwijt bent aan douchen....
Zonnecollectoren voor de douche hebben meestal een buffertank van 100 tot 200 liter. Na een paar uurtjes zon is die warm, en de zon schijnt verder zinloos op uw collector.  Na een dag bewolking is de tank weer koud. Bovendien is er salmonella-risiko, dus u zet de douchewatertemperatuur hoog. En er wordt in uw huis vuil gedouched. Vooral bij zestig graden is dat hard werken voor de warmtepomp.  Dan wordt het misschien tijd om aan een omgekeerde douche-collector te denken: Extra vacuüm-panelen op het dak, duizend of meer liter warmwatervoorraad in dik piepschuim die twee weken warm blijft, en nul salmonella-risiko, zelfs bij 45 graden.

 

Uit de stooktest blijkt dat uw huis best wel veel energie gebruikt...
Sommige nieuwbouwhuizen zijn feitelijk fors slechter geïsoleerd dan de berekening suggereert. Dit kan komen  doordat de aannemer zich niet aan de tekeningen gehouden heeft: te dunne isolatie op het dak of in de muren. Of de koubruggen zijn niet geïsoleerd. Of het dubbel glas is in de fabriek te haastig in elkaar gezet, en dus bevat het te weinig helium. Of grote ramen, ook de goede, raken bij koude nachten veel meer warmte kwijt dan hun energie-label suggereert, omdat er in de berekeningen weinig rekening wordt gehouden met koudestraling. (Reflecterende gordijnen helpen hier redelijk!)

In bestaande huizen sluiten installateurs soms de warmtepomp direct aan op de oude verwarmingsradiatoren. Die hebben veel te weinig capaciteit bij dertig graden, en dus wordt de warmtepomp op zestig  graden afgesteld. Daar is een warmtepomp niet voor bedoeld, dit vréét energie. Oplossing: boos worden op de installateur. Hij heeft een foute installatie afgeleverd. Hij kan het oplossen door heel veel radiatoren, of warmelucht-blowers bij te plaatsen. Of door wandverwarming te installeren. In bestaande huizen heeft het trouwens vaak meer zin om te investeren in isoleren (grote ramen driedubbel glas met helium, andere ramen HR++, 12 cm iso op het dak en onder de balken van de benedenvloer, 8 cm iso tegen de buitenmuren.)

Soms ligt het ook echt aan de bewoner zelf. Mensen gaan groter wonen in een nieuwbouwpand. Ze lezen dat het allemaal supergoed is geïsoleerd en dat de warmtepomp heel efficiënt is. Dus verwachten ze dat hun energierekening fors omlaag gaat, terwijl ze nu veel groter en vrijstaand wonen. Dat is niet altijd reëel. Een goed geïsoleerd, maar groot vrijstaand huis in zijn geheel verwarmen, vraagt nog steeds een ferme pijp energie. Of u koos voor vloerverwarming en heeft er dik tapijt of fraaie houten planken overheen gelegd. Dat is slecht voor het rendement maar wel op te lossen: muurverwarming. Of door er een warmelucht-blower bij te plaatsen.

Ook kan het voorkomen dat u veel ruimtes maar af en toe gebruikt, maar omdat alles zo langzaam opwarmt, laat u de verwarming in die ruimtes altijd aan. Dit hoeft niet. Ook hier kan de warmelucht-blower uitkomst brengen voor het snel opwarmen van een ruimte.