De quickscan: warmtepomp of niet?    

U wilt een huis (laten) bouwen of renoveren, en u vraagt zich af of u er een  een warmtepomp in kan zetten.

Een warmtepomp heeft altijd een bron nodig. Woont u naast of op het water, dan is het simpel. In dat geval bestaat uw bron uit een plastic ding dat u met twee slangen en wat gewichten erop in het water gooit. Lukt altijd. Woont u niet op of naast het water, dan heeft u een ondergrondse warmtebron nodig, waarvoor vaak meerdere diepe gaten geboord moeten worden.

Zo'n bron kan alleen als er nabij uw huis een stuk grond is waarin u de bron kan en mag boren.  Nabij natuurgebieden, en in drinkwaterwingebieden mag meestal niet geboord worden. Waar precies niet, kunt u opvragen bij de provincie.

Voor het boren is een vrij forse machine nodig, meestal staat die op een vrachtwagen. Vóór uw huis onder de stoep boren is lastig als daar ook elektra, gas, water, telefoon en riolering door de grond loopt. In dat geval moet u eerst overleggen met de gemeente of dat mag en hoe dat moet. Soms denken gemeenten dat ze toestemming kunnen weigeren, terwijl de provincie bepaald heeft dat ze in principe mee moeten werken aan zulke warmtebronnen. Dat kan de provincie voor u oplossen.

Ideaal voor een bron is een stuk eigen grond naast of achter het huis, waar een boor-vrachtwagentje kan komen, en waar geen buizen of kabels lopen. Bij funderingsherstel uw pulspalen uitrusten met slangen kan in theorie ook, maar meestal gaan uw palen niet diep genoeg en staan ze te dicht bij elkaar om samen voldoende capaciteit op te leveren.

De volgende stap is hoe u uw huis gaat verwarmen. Een warmtepomp is niet rendabel, als u hem op de radiatoren van een gewone CV wil aansluiten: te weinig oppervlakte. Als u een warmtepomp wilt, kunt u kiezen uit vier soorten verwarming: vloerverwarming, wandverwarming, een warmeluchtsysteem, of toch radiatoren, maar dan met drie, vier keer zo veel oppervlak als bij een gewone CV.

Kiest u vloerverwarming, dan beperkt dat uw mogelijkheden qua vloerbedekking. Zeil, tegels en verf kan prima. Kamerbreed tapijt niet. Ook hout werkt meestal niet goed uit op een vloerverwarming. Wandverwarming heeft deze nadelen niet, maar is iets duurder in aanleg.

Warmelucht: Dat vinden Nederlandse architecten vaak nix. Ze maken immers geluid omdat er altijd een ventilator aan vast zit. Ze kunnen echter heel stil zijn, als de unit met een ventilator apart wordt geplaatst, en er met buizen gewerkt wordt. Ook een warmeluchtblower direct in de huiskamer kan geluidsarm zijn, stiller dan veel computers, als maar voor een grote gekozen wordt, waarvan de ventilator dan op een heel laag toerental kan draaien. Zulke systemen zijn vaak ook ideaal in scholen, winkels en kantoren, omdat ze de ruimte veel sneller opwarmen als een vloer- of wandverwarming, en dus 's nachts laag kunnen.

De volgende stap is de stroomaansluiting. U heeft al gauw een driefase-aansluiting nodig van soms 3*40 ampere. (Een warmtepomp met Soft Start heeft 3 * 16 Ampere nodig) Zonder dat geen warmtepomp, of alleen een kleintje. Op enkele locaties kost zo'n aansluiting heel veel omdat er dan nieuwe kabels de grond in moeten.

Ook moet u pas aan een warmtepomp denken als uw huis goed geïsoleerd is of wordt. Wie tien jaar terug gewoon dubbel glas liet plaatsen, en slechts vier centimeter isolatie op het dak en tegen de muren heeft, kan zijn geld beter stoppen in extra isoleren, en daarna sparen voor een warmtepomp.

 

 

.

.

.

 

.

.

 

 

 

 

 

.